oktober 2013 archive

De ontruimingen in Denderwindeke en Ninove

Schepen Katie Coppens verklaart dat er al langer een consensus is binnen het schepencollege om de ontruimingen te beperken: “Kort na ons aantreden werd ons gewezen op eenacuut plaatsgebrek op de begraafplaatsen van Ninove en Denderwindeke. Aangezien de situatie dringende maatregelen vereiste en ontruimingen een lange procedure vergen, hebben we zekerheidshalve een ruime zone voorzien voor ontruimingen. Het schepencollege heeft nog geen formele beslissing genomen, maar iedereen is het er over eens  dat de ontruimingen in de praktijk beperkt zullen worden.“

Dat er nog geen formele beslissing is, heeft vooral te maken met de chaotische situatie op de begraafplaats van Denderwindeke. Het voorstel van raadslid D’Haeseleer om de ontruimingen te beperken tot het sterftejaar 1980 is volgens schepen Coppens niet aangewezen: “In Denderwindeke liggen diverse sterftejaren op dezelfde percelen. Als je enkel het sterftejaar als criterium neemt, los je de chaotische indeling niet op. Als we een logische structuur willen op termijn, moet er zowel op basis van een jaartal als op basis van een perceel gewerkt worden.”

Ook het voorstel om elke vijf jaar tot ontruimingen over te gaan is schepen Coppens niet genegen: “Ontruimingenliggen gevoelig en een ritme van elke  vijf jaar lijkt ons overdreven.Zeker indien het jong overledenen betreft ligt ontruimen uiterst gevoelig.”

Schepen Coppens benadrukt tot slot dat de ontruimingen in een globaal beleid passen en dus weloverwogen moeten gebeuren: “We willen niet alleen het plaatsgebrek aanpakken, maar ook ruimte maken voor een foetusweide,  aangepaste perken voor overleden kinderen, bredere gangpaden en bijkomende overkappingen. Bovendien dienen we naar een onderhoudsvriendelijke inrichting van onze begraafplaatsen over te stappen. Een dergelijke grondige hervorming organiseer je niet op enkele  maanden tijd.”